En wat zeg je dan? Eerlijk? Tegen jezelf? Stel je toch eens voor dat het antwoord nee is?
Waarschuwing voor de scheepvaart: Hier volgt een kritisch relaas.
Want laten we nu eens eerlijk zijn, in Nederland is een eerlijk antwoord vaak niet waar de vrager eigenlijk op zit te wachten. Of wel?
Doe ik het wel goed?
Het is een vraag die ik me regelmatig stel tijdens een sessie, meestal in een zich eeuwig herhalend rijtje met: Is mijn spel wel OK? Speel ik niet te snel? Speel ik niet te langzaam? Te hard? Te zacht? Laat ik anderen genoeg aan het muzikale woord? Gek word ik ervan. En wanneer de vragen zich dan, eindelijk grijsgedraaid, in de krochten van mijn hersens terugtrekken, komen de commentaren. Allemaal onuitgesproken rondgonzend in mijn hoofd op de maat van de muziek. Ik ken te weinig tunes. Ik ken de muziektheorie niet meer. Ik kan niet vloeiend spelen in Fis of in Bes. Ik praat te weinig met mijn mede muzikanten. Stom stom. Volgende keer beter.
Je kan natuurlijk naar de andere kant doorslaan, zoals ik dat soms doe. Gelukkig lukt het me meestal om erom te glimlachen en het weer los te laten, weer op te gaan in de gezamenlijke muziek. Maar heel regelmatig, als ik op een sessie aanschuif, verbaasd het mij weer dat ik de indruk heb dat heel veel muzikanten in die sessies zich die vragen helemaal niet lijken te stellen…
Het jongetje op de foto, schitterend vereeuwigd door Edward Mackenzie, is een jonge, Ierse bodhrĂĄnspeler. Afgelopen zomer op de Fleadh Ceoil (spreek uit ‘flaa k-jol’) in Ennis waren de straten bezaaid met kinderen van zijn leeftijd, spelend op de meest uiteenlopende instrumenten. Sommigen beginners, anderen kleine aanstormende kampioentjes. Wanneer ik dan ‘s avonds bij een sessie aanschoof zag ik vaak zo’n tienjarig jongetje of meisje bij de muzikanten zitten, net even buiten de kring, trekzak of viool op schoot, wachtend. Stil, met grote ogen.
De enige toerist was ik daar niet, op de Fleadh. Er waren kuddes Amerikanen die hun roots opzochten en drommen Duitsers die allemaal een tinwhistle gekocht hadden en de deun ‘Inisheer’ hadden geleerd. Een voor een schoven ze aan, knikten vriendelijk, speelden de deun, stonden weer op en vertrokken. De locals knipoogden en glimlachten dan naar elkaar. Guinness ging rond en nieuwe deunen.
Waarschuwing voor de scheepvaart: Hier volgt een dramatische switch naar de tegenwoordige tijd.
En dan is daar het moment dat de sessie leider zijn knikje geeft. Een glimlachje. “Mary, give us a tune!” klinkt het vriendelijk en een klein meisje kijkt geschrokken op. Ruim anderhalf uur al heeft ze als een spons de gang van zaken in zich op zitten nemen zonder haar instrument ook maar een seconde aan te raken. Enigszinds beschroomd komt de trekzak omhoog, gaat de band om de schouder. Tunes worden fluisterend doorgegeven. Knikkende hoofden. Stilte.
Mary haalt diep adem en zet haar tune in. Helemaal in haar eentje. Zachtjes eerst. “Go on!” klinkt de bemoedigende stem van de sessieleider. Mary krijgt wat meer vertrouwen en plotseling vloeit de deun de ruimte in. Dat de hele kroeg stil valt helpt Mary niet, maar ze zet door. Het A-deel heeft ze gehad en wanneer ze het B-deel inzet heeft ze me definitief te pakken. Wat een sprankelende muziek, wat een ongelooflijke kwaliteit en muzikaliteit. Ik wens dat ik ooit zo goed mag worden.
De rest van de muzikanten begint met Mary mee te spelen, wat zichtbaar een opluchting voor haar is. Tenslotte golft er een daverend applaus door de pub en Mary slaat haar ogen neer. “Deed ik het wel goed?” fluistert ze naar haar moeder.
Waarschuwing voor de scheepvaart: Houd een oogje op de schenen
Het grootste verschil tussen sessies in Ierland en sessies in Nederland is, dat het poldermodel in Ierland nog niet echt is doorgedrongen terwijl het in Nederland op grote schaal wordt toegepast in veel sessies. Niet bewust hoor, maar een duidelijke ondertoon is er wel. Iedereen moet mee kunnen doen. Iedereen moet kunnen aanschuiven. En laten we vooral voorzichtig met elkaar zijn.
De afgelopen maanden heb ik diverse sessiemuzikanten rood zien kleuren, soms zelfs boos zien weglopen omdat iemand het in z’n hoofd haalde om hen kritiek te geven. Een voorzichtige suggestie om iets zachter te spelen, een hint dat het toch echt een andere toonsoort is, een tip om niet mee te spelen als men de deun niet kent zijn vaak voldoende voor vulkanische reacties. Zelfs in Ierland voelt de gemiddelde vastelander-met-instrument zich entitled om gewoon, zonder pardon, aan te schuiven. En zeg er vooral niets van.
Maar denk dan eens aan Mary. Die de sterren van de hemel kon spelen maar desondanks geduldig wachtte tot ze gevraagd werd een deuntje in te zetten. Denk eens aan hoe zij de kroeg stil kreeg maar toch die vraag liet rollen.
Doe ik het wel goed?
En als het antwoord dan nee is, realiseer je dan dat wij, muzikanten onder elkaar, er voor elkaar zijn. Niet om elkaar af te kraken, maar om elkaar te helpen.
Nee is prima. Nee is juist een reden om vaker naar sessies te komen. En misschien eens, net als Mary, niet te spelen maar te luisteren. En thuis te oefenen, elke seconde, tot de vellen ervanaf hangen.
Nee is geen woord dat hautainiteit of elitairisme vertegenwoordigd. Nee is geen bewijs van falen. Het is slechts het begin van een heel simpel zinnetje, dat iedere muzikant in zijn hoofd zou moeten houden:
Nee, nog niet. Nog niet.
Ik ben apetrots op de mooie sessie die we in Wageningen hebben opgebouwd. Iedereen is daar welkom. Beginner en gevorderde evenveel. Het niveau ligt hoog. We spelen soms aardig snel in vergelijking met veel andere sessies in Nederland. En dat is goed. Zo hoort het ook. Verschil mag er zijn. Houd je het niet bij? Dan speel je die deun toch niet mee? Dan luister je toch gewoon even? Dat is helemaal prima! En dan zet jij een rustige deun in en dan spelen we die samen op jouw tempo mee. Misschien hebben we nog wel tips voor je! Of misschien heb jij wel tips voor ons! Zo hoort het ook.
Doe ik het wel goed? Nee. Nog niet. Dank je wel. Hoe kan ik het beter doen?
Waarschuwing voor de scheepvaart: 21 Mei, 16:00 uur, Café de Zaaier, Wageningen. Daverende verjaardagssessie van Angus McGalligan en mij. We gaan taart eten, Guinness drinken, tunes spelen. Snelle tunes! Langzame tunes. We gaan lachen, kritiek leveren en ontvangen. En iedereen, iedereen is welkom.
En dan nog mijn vraag: Doe ik het goed?
* Bijgaande foto door Edward Mackenzie, gebruikt met toestemming. Zijn werk is te zien op www.fotografieedwardmackenzie.nl
Dank je wel Vincent S.O.S. … —…
Ik ga vaak naar Ierland. Tot voor kort om de twee maanden. Alleen om muziek te spelen maar vooral om vrienden te zien en door hen en met hen hun muziek te spelen. Ik ging nog nooit naar de world fleadh. Dat is niet de kern van de Ierse muziek. Vaak commercieel en in een sessie vaak meer toeristen dan inheemsen. Ik ga ook wel eens in de winter wanneer we met een paar in een hotel zitten. Maar daar ging je blog niet over. Ik stel me vaak in vraag. Ik zal hier misschien weer op lange tenen trappen maar het feit is, dat we hier niet eerlijk durven zijn tegen elkaar. Vooral niet zeggen dat je iets minder vind is de boodschap. Vooral ook iedereen te vriend houden want dat is belangrijk. Netwerken weet je wel. Ik hou nu ook wat vaker mijn mond. Gaf dit jaar wat kritiek op een sessie en kreeg op facebook vragen en krtiek maar achter de schermen veel steun van vrienden die mijn mening deelden maar toch liever niet openbaar durfden reageren. Het gaat om de ziel van de muziek, niet om om ter snelst van punt A naar punt B gaan. Ik hoorde al de mooiste sessies in Ierland met muzikanten die niet beter waren dan ons maar het wel begrijpen. Hier begrijpt men het vaak nog niet helemaal. Uitzonderingen zijn er natuurlijk maar vaak is het deelnemen het belangrijkste. Als dan iemand totaal verkeerde akkoorden speelt of gewoon slecht speelt wordt erbij genomen. Het gevoel, de Ierse gedachte verdwijnt. Een sessie is een levend iets en kan alleen goed zijn als iedereen speelt zo goed als hij of zij kan. Het moet niet technisch perfect maar beginners hebben een ondergeschikte plaats. Krijgen wel kans om een tune te spelen maar moeten vooral thuis oefenen en er veel tijd in steken om een repetoire op te bouwen. Naar Ierland gaan helpt. Dat deden we allemaal. Ik beschouw me niet als een volleerde muzikant maar door de jaren weet ik wel hoe het ongeveer moet. Je bent de eerste die dit zo openlijk aankaart waarvoor dank. Ik gaf het al een tijd geleden op en ga hier nog zelden naar pubsessies. Alhoewel je niet mag opgeven. Communiceren met elkaar helpt, maar dat gebeurt zelden. misschien helpt jouw blog.
Twee zielen een gedachte, Ronnie. Mijn favoriete sessie in Ierland was op Inis OĂr, met een dronken gitarist, een oudere vader op box en een 13 jarige zoon op concertina. Angus en ik speelden zelfs beter dan zij. Maar dat was totaal onbelangrijk. Ik heb in tijden niet zo’n fijne sessie gehad als daar đ
Ik denk het ook Vince, ik weet dat er veel tijd over gaat eer je een bepaald niveau hebt. Ook bij de “betere” muzikanten die er soms over praten maar niet altijd. Ik noem liefer geen namen. Iedereen twijfelt wel eens maar het is een proces dat moet doorlopen worden. Door iedereen. Passie is ook belangrijk, dat helpt. Iedereen is goed genoeg Left Hans, (post hieronder) maar motivatie is de boodschap. Beginners moeten een plaats hebben die de hunne is om de kans te krijgen te spelen maar op mijn laatste trip naar Corofin zat iemand gewoon zo maar wat te toeteren op een fluit, hij speelde noten maar niet de juiste. Ik probeerde beleefd te vragen of hij de tunes wel kende, hij vroeg op zijn beurt of ik ze wel kende. Ik zei toen dat hij het gewoon niet goed deed, vals speelde en dat iedereen dat hoorde. De man droop af. Mijn opmerking kan cru lijken maar het is de beste leerschool. Je kan het beter tegen de persoon in kwestie zeggen om frustratie te vermijden. Dit in extreme gevallen. Je moet de wereld van de tunes leren kennen en dat is een filosofie die bij de muziek hoort. Er is veel over te vertellen en ik weet ook niet alles. Hetgeen ik weet komt vanuit Ierland. Dat was de beste leerschool.
Precies. Het gewoon (subtiel) zeggen. Maar dan moet die ander ook beseffen dat het geen donder op betekent. Dat ie niet moet weggaan, maar moet luisteren. Dat het een hulp aanbod is en geen afkraken. Veel mensen voelen zich zo snel op de tenen getrapt, terwijl een soort gevoel van dank en vastberadenheid veel meer op z’n plaats zouden zijn…
Vind ik ook Vincent. Groetjes !
Mooi!
Ik denk dat ik het begrijp, zeker weten doe ik het nooit. Daarom zie je mij nog zo weinig. Prestatiedrang heeft mij geveld. Ik ben niet goed genoeg en mis ineens die passie.
Nah je bent nooit niet goed genoeg. En als je dat al van jezelf denkt, en je gaat niet, wordt je ook nooit beter. Toch?
Das waar Vincent, moet er toch maar weer eens aan geloven. maar al die tunes. Zang wordt alsmaar minder……..
Ja… geloof er maar aan đ
Goed genoeg geschreven Vincent. Tot binnenkort. Ergens.
Het straalt uit wat ik aan het leren ben, bescheidenheid…….daarom.
Dank je voor het delen van je diepste sessie-gedachten, Vincent. Als absolute amateur ervaar ik dat de ene sessie wat ‘vriendelijker’ is dan de andere waar je wel eens het gevoel krijgt er eigenlijk niet bij te horen. Dat is me in Ierland nog nooit overkomen. Ik kan me goed voorstellen dat het voor de betere muzikanten leuker is om met elkaar te spelen, en probeer dan ook om zo weinig mogelijk te ‘storen’. En ik ben altijd blij met goedbedoelde tips en aanwijzingen. Als de sfeer ‘open’ is voelt dat als hulp, en niet als ‘wat doe je hier’!
Heel herkenbaar die stemmetjes in je hoofd. Doe ik het wel goed? Ik denk dat iedereen zich dat af en toe af moet vragen maar ook dat het niet moet gaan overheersen want dan neemt het het plezier van sessie spelen weg.
Waar ik wel een beetje van opkeek was het verhaal van mensen die boos worden als je ze vriendelijk een tip geeft. Ik geloof niet dat ik dat eerder ben tegengekomen. Misschien is het dan wel belangrijk om bij iedere sessie van te voren aan te geven dat het mag om feedback te geven over elkaars spel om het geheel beter te maken. Als mensen dat niet willen of daar niet tegen kunnen is het dan meteen duidelijk dat dit geen sessie voor hen is.
Leuk dat in Wageningen iedereen welkom is, helaas is dat niet bij alle sessies in Nederland het geval. In Utrecht kreeg ik via een facebook berichtje het verzoek niet meer mee te spelen tot ik beter was. Met het argument dat mijn muziek wat iel klonk en dat de anderen mijn tune niet kenden. maar vooral dat mijn spel zou bewerkstelligen dat de kroegbaas van de Ierse pub het hele gezelschap wel eens de mogelijkheid tot spelen zou ontzeggen, als ik nog mee speelde. Nou daar voel ik helemaal geen hulp in. En de, ook bij mij, steeds aanwezige vraag: doe ik het wel goed, was meteen beantwoord. Niet meer mee spelen tot ik het beter kan, wat betekend dat dan? Als ik alleen thuis speel weet ik niet of het nu wel beter gaat. In ieder geval durf ik niet meer, ik wil niet op mijn geweten hebben dat een sessie niet meer gegeven kan worden.
Hoi Anne, allereerst: Volgens mij kennen wij elkaar niet (welgemeende excuses als ik je naam of gezicht vergeten ben – mijn welbekende manco) en ik kan het in jouw geval dus niet beoordelen, maar *als* het inderdaad zo is dat je nog niet goed genoeg speelt om overtuigend een deun in te zetten en vol te houden, dan is het de taak van een sessieleider om eventuele kritiek/tips op een *opbouwende manier* te geven. Nogmaals ik heb geen idee hoe jouw specifieke situatie ontstaan is en wil daarom ook geen oordeel geven over jou of de betreffende sessieleiders. Dat gezegd hebbende, ik zou persoonlijk niet snel zeggen dat iemand helemaal niet meer moet komen, maar wel dat het misschien wijs is om eerst een tijd zachtjes mee te spelen en niet meteen deunen inzetten als je ze eigenlijk nog niet goed genoeg kan spelen. Let op: Ik ben zelf ook zo begonnen! Ik probeerde altijd thuis zoveel mogelijk te spelen en te leren en op sessies *zachtjes en voorzichtig* mee te spelen als ik een deun kende. Op den duur kreeg ik meer kwaliteit en zelfvertrouwen en kon ik zelf een setje deunen spelen. Dan wel bekende die iedereen speelt in het begin. Pas later als je echt goed bent kan je de onbekendere deunen in je eentje dragen. Kwestie van eerlijk naar jezelf luisteren en jezelf goed vergelijken met jouw idolen in de folk. Als je eerlijk naar jezelf luistert (Ăšcht eerlijk) dan hoor je wel of je een deun standvastig genoeg speelt om hem in je eentje in te zetten in een kroeg.
Laat je niet uit het veld slaan, blijf spelen. Iedereen kan goed genoeg worden om plezier te hebben en te brengen op een sessie.
Groet
Vincent
Mooi verhaal Vincent, ben het eens met je boodschap maar niet helemaal met de analyse. Waar ik moeite mee heb is dat Ierland hier als voorbeeld wordt genomen van hoe het wel moet. Dit meisje dat je omschrijft is opgegroeid in een cultuur waar ze constant de muziek hoort, allicht ouders die het instrument spelen, en zeer waarschijnlijk een docent. Zij weet dat ze het nog niet goed doet omdat ze de kans heeft gehad om dat te leren. Niet omdat Ieren daar per se beter in zijn.
Daarbij is het ook logisch dat we in Nederland polderen, er zijn veel minder muzikanten dus degene die we hebben benaderen we voorzichtig. Dit betekent niet dat mensen zich niet moeten afvragen of ze het goed doen of niet. Ik vind het echter wel een logisch gevolg van de omgevingsfactoren (weinig vergelijksmateriaal, weinig docenten, weinig animo).
Ik geloof niet dat mensen moedwillig een tune slecht spelen. Ze denken dat ze het goed doen door gebrek aan ervaring en mensen om zich heen die ze de goede kant op wijzen. Die boosheid is ook een logisch gevolg omdat je ze een waarheid presenteert die omgekeerd is van hun belevingswereld. Daar zit ook een taak voor degene die feedback geeft.
oh, ik bedoel niet te zeggen dat de manier van doen in Ierland beter is hoor, de absolute strictheid daar vind ik zelf te beperkend. Heel kort door de bocht is het enige dat ik wil zeggen drie dingen:
1: Kritiek geven is belangrijk. Houd vooral je mond niet, maar wees je wel bewust van waaruit je de kritiek geeft en of het jouw plek is, vanuit jouw ervaring en kwaliteiten, om kritiek te geven.
2: Kritiek krijgen is belangrijk. Luister naar de kritiek. Kijk of hij terecht is, doe er iets mee. Boos worden is onzin.
3: Wees zelfbewust. Juist omdat er weinig vergelijkingsmateriaal is. Beter te bescheiden en opgetrokken worden, dan overmoed en de boel verkloten.
Goed geschreven verhaal, en zeer waar. Ik probeer dezelfde richtlijnen aan te houden in Utrecht – zo open mogelijk voor elk niveau, maar als een muzikant, door gebrek aan bewustzijn over zijn eigen spel, anderen muzikaal in de weg zit geef ik dat wel aan. Het omgekeerde geval, waar iemand wat mij betreft meer of harder zou mogen spelen maar dat niet durft, probeer ik ook aan te geven, maar dat is in de praktijk lastiger op te pikken.
Over de achterliggende redenen voor zulke discrepanties tussen zelfbeeld en vaardigheid (oef, moeilijke woorden op de vroege morgen!): volgens mij heeft Boyen daar een goede samenvatting voor gegeven. De enige manier om als muzikant een idee te krijgen van je eigen niveau is door jezelf te vergelijken met anderen. Ken je honderd andere muzkanten die dezelfde muziek op hetzelfde instrument spelen en zijn er daarvan tachtig beter dan jij, dan ben je waarschijnlijk nog een beginner. Zijn er van die honderd maar twee beter dan jij, dan ben je waarschijnlijk erg goed.
Omdat er in Nederland maar zo weinig muzikanten in de folkscéne zijn, wordt de statistische onzekerheid in die methode veel groter, en trek je sneller de verkeerde conclusie.
Zeer waar. En juist dan is het belangrijk om goed te luisteren en niet te ontploffen als je dingen hoort die je niet leuk vindt. Andersom is het even belangrijk om je mond niet dicht te houden. Liefdevolle hulp is heel belangrijk in de muziek. Juist in ons beperkte sessielandschapje
Voor geĂŻnteresseerden die goed Engels spreken is dit een mooi artikel: http://www.apa.org/monitor/feb03/overestimate.aspx
Hoi Vincent, als muzikant op begonnersniveau vraag ik mij heel vaak af of ik het wel goed doe, ik dacht dat dit stil afvragen bij mijn begonnersstatus hoorde. Mijn eerste sessie (ik denk zo’n vier jaar terug) weet ik nog heel goed omdat ik de meeste tunes niet meespeelde, maar luisterde. Na een tijd werd aan mij gevraagd welke tunes ik kende (Innisheer en the Kesh jig) en die werden op een langzamer tempo gespeeld zodat ik mee kon spelen. Ik vond dat wel prettig: het luisteren en het zacht meespelen waar ik dat kon. Ik vind het nog steeds prettig als ik te horen krijg dat ik soms te hard speel of soms nog niet de juiste toonsoort heb: ik zie dat als aanvullingen die mij helpen in beter spelen: en dat is tenslotte wat ik wil: mooie muziek maken met elkaar.
Goed gedaan Vincent..om even vanuit het thema van je interessante betoog te openen.
Een knuppeltje in het sessie hoenderhok werpen kan geen kwaad op zijn tijd.
Goed dat je dit thema eens aan de kaak stelt en met anderen wil delen en vooral ook een empathisch betoog maar ik ken je al lang als een muzikant die verder kijkt als zijn instrument lang is.
Nou genoeg beeldspraak en to the point.
Die zelfkritische vraag âdoe ik het wel goedâ heb ik mezelf ook vaak afgevraagd en niet alleen mbt het spelen van Ierse traditionele muziek omdat ik (als 62 jarige) opgegroeid ben in een tijd en een gezin waarin âgoed doen en goed zijnâde norm was. Ondanks dat ik ook vaak wel last heb gehad van die aangeleerde(!) zelfkritische instelling heeft het me ook op veel gebieden verder gebracht. Naast sport was het gaan spelen van muziek voor mij ook een uitlaatklep en manier om iets met anderen te delen en ergens bij te horen en ik denk dat dat voor de meeste sessioneers opgaat.
Vanuit mijn bescheiden lespraktijk (flute/whistle) weet ik in ieder geval dat er veel mensen zijn die dit nastreven maar vooral ook dat de meeste beginners deze oude muziektraditie onderschatten en de Ierse sessiecultuur (nog) niet echt kennen. Eerlijk gezegd en geschreven heb ik dat stadium van âonwetendheidâ ook doorgemaakt en gaandeweg ervaren en geleerd dat er, ondanks een grote diversiteit aan sessies, toch een aantal ongeschreven sociale en muzikale spelregels zijn en dat je zoals je terecht schrijft je eerst veel moet luisteren en vooral ook oefenen..thuis. (of met âlotgenotenâ tijdens workshops)
In Ierland groei je daar van jongs af aan mee op en dat beschrijf je zo mooi als je het over die kids hebt. Toch maak ik er de kanttekening bij dat er aan die Ierse kids van nu wel hogere eisen gesteld worden als in de vijftiger en zestiger jaren (en daarvoor). De Ierse traditionele muziek is het stadium van âalleen maarâ spontane volksmuziek al lang voorbij en heeft een bijna academisch nivo bereikt met alle gevolgen en eisen van dien. Achter de vraag âdoe ik het wel goedâ van zoân kind kan dus ook wel een behoorlijke prestatiedruk van ouders of leraar zitten.
Gelukkig is het wel zo dat het oeroude orale leerssysteem van imitatie en nadoen ze daar voornamelijk hanteren, tevens een soort natuurlijke selectie is waardoor de talentvolle kids al in sessies meespelen en die stralen vaak ook uit dat ze het niet alleen goed aangeleerd hebben gekregen maar wellicht ook in de genen hebben.(zie fotos)
De niet-Ieren (zoals wij polderjongens en meisjes) krijgen het niet met de paplepel ingegoten en gaan vaak op latere leeftijd aan deze muzikale reis beginnen en vaak blijft het bij zelfstudie zonder de echte reis eens naar Ierland te maken en zich eens echt onder te dompelen in die muziekcultuur met zijn vele gezichten, stijlen en conventies.
Dat zijn vaak de mensen die zich hier in een sessie begeven en mis-matchen en dan terechte feedback krijgen maar ik ben het ook met je eens dat er ook een taak ligt voor de âbetereâ muzikanten: in de eerste plaats om die feedback te geven en dat kan natuurlijk vriendelijk maar duidelijk en in de tweede plaats om beginners te ondersteunen met wat slow tunes.
Dan zullen zij ook meer begrip hebben voor die meer ervaren muzikanten die de sessie leiden zodat het de beroemde craik oplevert.
Vooral âloose the headâ en blijven lachen en stralen zoals ik je van sessies ken en hopelijk tot gauw weer eens.
Leerrijke schrijfsels van Jules en Vincent. Ikzelf voeg er nog aan toe : communicatie, uitwisseling, leerproces, harmonie. Groeten aan ieder. Ik hoop er nog een keer bij te zijn.
Mijn leren is spelen..mijn spelen is leren werd er ooit eens geschreven. Bedankt voor de zinnige uitwisseling !
Sommigen van de “goede” muzikanten ontbreekt het soms aan zelfkritiek. Mag ook vermeld worden. Een goede “sessieleider” kan wonderen doen.
Yup
Heerlijk is het om je deze vraag te stellen, stel hem mezelf vaak! Niet op muzikaal gebied (mijn pianoleraar slaakte een zucht van verlichting toen ik zei dat ik stopte met spelen đ )
Prachtig geschreven! Goed statement en tevens goeie marketing haha.
Oh en ik kan het het gewoon helemaal niet. Ik luister liever.
Ik reageer bijna nooit op Posts die op de een of andere manier gaan over zg. ‘Sessieetiquete’. Drijfzand. Maar dit vind ik hout snijden. Goed gedaan Vincent, en ook de reageerders.! Tot aan de sessietafel, ergens en ooit! Groet, Job Cornelissen