En wat zeg je dan? Eerlijk? Tegen jezelf? Stel je toch eens voor dat het antwoord nee is?
Waarschuwing voor de scheepvaart: Hier volgt een kritisch relaas.
Want laten we nu eens eerlijk zijn, in Nederland is een eerlijk antwoord vaak niet waar de vrager eigenlijk op zit te wachten. Of wel?
Doe ik het wel goed?
Het is een vraag die ik me regelmatig stel tijdens een sessie, meestal in een zich eeuwig herhalend rijtje met: Is mijn spel wel OK? Speel ik niet te snel? Speel ik niet te langzaam? Te hard? Te zacht? Laat ik anderen genoeg aan het muzikale woord? Gek word ik ervan. En wanneer de vragen zich dan, eindelijk grijsgedraaid, in de krochten van mijn hersens terugtrekken, komen de commentaren. Allemaal onuitgesproken rondgonzend in mijn hoofd op de maat van de muziek. Ik ken te weinig tunes. Ik ken de muziektheorie niet meer. Ik kan niet vloeiend spelen in Fis of in Bes. Ik praat te weinig met mijn mede muzikanten. Stom stom. Volgende keer beter.
Je kan natuurlijk naar de andere kant doorslaan, zoals ik dat soms doe. Gelukkig lukt het me meestal om erom te glimlachen en het weer los te laten, weer op te gaan in de gezamenlijke muziek. Maar heel regelmatig, als ik op een sessie aanschuif, verbaasd het mij weer dat ik de indruk heb dat heel veel muzikanten in die sessies zich die vragen helemaal niet lijken te stellen…
Het jongetje op de foto, schitterend vereeuwigd door Edward Mackenzie, is een jonge, Ierse bodhránspeler. Afgelopen zomer op de Fleadh Ceoil (spreek uit ‘flaa k-jol’) in Ennis waren de straten bezaaid met kinderen van zijn leeftijd, spelend op de meest uiteenlopende instrumenten. Sommigen beginners, anderen kleine aanstormende kampioentjes. Wanneer ik dan ‘s avonds bij een sessie aanschoof zag ik vaak zo’n tienjarig jongetje of meisje bij de muzikanten zitten, net even buiten de kring, trekzak of viool op schoot, wachtend. Stil, met grote ogen.
De enige toerist was ik daar niet, op de Fleadh. Er waren kuddes Amerikanen die hun roots opzochten en drommen Duitsers die allemaal een tinwhistle gekocht hadden en de deun ‘Inisheer’ hadden geleerd. Een voor een schoven ze aan, knikten vriendelijk, speelden de deun, stonden weer op en vertrokken. De locals knipoogden en glimlachten dan naar elkaar. Guinness ging rond en nieuwe deunen.
Waarschuwing voor de scheepvaart: Hier volgt een dramatische switch naar de tegenwoordige tijd.
En dan is daar het moment dat de sessie leider zijn knikje geeft. Een glimlachje. “Mary, give us a tune!” klinkt het vriendelijk en een klein meisje kijkt geschrokken op. Ruim anderhalf uur al heeft ze als een spons de gang van zaken in zich op zitten nemen zonder haar instrument ook maar een seconde aan te raken. Enigszinds beschroomd komt de trekzak omhoog, gaat de band om de schouder. Tunes worden fluisterend doorgegeven. Knikkende hoofden. Stilte.
Mary haalt diep adem en zet haar tune in. Helemaal in haar eentje. Zachtjes eerst. “Go on!” klinkt de bemoedigende stem van de sessieleider. Mary krijgt wat meer vertrouwen en plotseling vloeit de deun de ruimte in. Dat de hele kroeg stil valt helpt Mary niet, maar ze zet door. Het A-deel heeft ze gehad en wanneer ze het B-deel inzet heeft ze me definitief te pakken. Wat een sprankelende muziek, wat een ongelooflijke kwaliteit en muzikaliteit. Ik wens dat ik ooit zo goed mag worden.
De rest van de muzikanten begint met Mary mee te spelen, wat zichtbaar een opluchting voor haar is. Tenslotte golft er een daverend applaus door de pub en Mary slaat haar ogen neer. “Deed ik het wel goed?” fluistert ze naar haar moeder.
Waarschuwing voor de scheepvaart: Houd een oogje op de schenen
Het grootste verschil tussen sessies in Ierland en sessies in Nederland is, dat het poldermodel in Ierland nog niet echt is doorgedrongen terwijl het in Nederland op grote schaal wordt toegepast in veel sessies. Niet bewust hoor, maar een duidelijke ondertoon is er wel. Iedereen moet mee kunnen doen. Iedereen moet kunnen aanschuiven. En laten we vooral voorzichtig met elkaar zijn.
De afgelopen maanden heb ik diverse sessiemuzikanten rood zien kleuren, soms zelfs boos zien weglopen omdat iemand het in z’n hoofd haalde om hen kritiek te geven. Een voorzichtige suggestie om iets zachter te spelen, een hint dat het toch echt een andere toonsoort is, een tip om niet mee te spelen als men de deun niet kent zijn vaak voldoende voor vulkanische reacties. Zelfs in Ierland voelt de gemiddelde vastelander-met-instrument zich entitled om gewoon, zonder pardon, aan te schuiven. En zeg er vooral niets van.
Maar denk dan eens aan Mary. Die de sterren van de hemel kon spelen maar desondanks geduldig wachtte tot ze gevraagd werd een deuntje in te zetten. Denk eens aan hoe zij de kroeg stil kreeg maar toch die vraag liet rollen.
Doe ik het wel goed?
En als het antwoord dan nee is, realiseer je dan dat wij, muzikanten onder elkaar, er voor elkaar zijn. Niet om elkaar af te kraken, maar om elkaar te helpen.
Nee is prima. Nee is juist een reden om vaker naar sessies te komen. En misschien eens, net als Mary, niet te spelen maar te luisteren. En thuis te oefenen, elke seconde, tot de vellen ervanaf hangen.
Nee is geen woord dat hautainiteit of elitairisme vertegenwoordigd. Nee is geen bewijs van falen. Het is slechts het begin van een heel simpel zinnetje, dat iedere muzikant in zijn hoofd zou moeten houden:
Nee, nog niet. Nog niet.
Ik ben apetrots op de mooie sessie die we in Wageningen hebben opgebouwd. Iedereen is daar welkom. Beginner en gevorderde evenveel. Het niveau ligt hoog. We spelen soms aardig snel in vergelijking met veel andere sessies in Nederland. En dat is goed. Zo hoort het ook. Verschil mag er zijn. Houd je het niet bij? Dan speel je die deun toch niet mee? Dan luister je toch gewoon even? Dat is helemaal prima! En dan zet jij een rustige deun in en dan spelen we die samen op jouw tempo mee. Misschien hebben we nog wel tips voor je! Of misschien heb jij wel tips voor ons! Zo hoort het ook.
Doe ik het wel goed? Nee. Nog niet. Dank je wel. Hoe kan ik het beter doen?
Waarschuwing voor de scheepvaart: 21 Mei, 16:00 uur, Café de Zaaier, Wageningen. Daverende verjaardagssessie van Angus McGalligan en mij. We gaan taart eten, Guinness drinken, tunes spelen. Snelle tunes! Langzame tunes. We gaan lachen, kritiek leveren en ontvangen. En iedereen, iedereen is welkom.
En dan nog mijn vraag: Doe ik het goed?
* Bijgaande foto door Edward Mackenzie, gebruikt met toestemming. Zijn werk is te zien op www.fotografieedwardmackenzie.nl